De Praktijk
Presentatie
EuroClínica La Mar is een Nederlandstalige huisartsenpraktijk gelegen in Altea. Een ziekte of ongeval tijdens uw vakantie of langer verblijf in het buitenland is steeds vervelend. Daarom is het des te aangenamer als u gewoon in uw eigen taal terecht kan bij iemand die zowel vertrouwd is met het systeem van bij u thuis als de Spaanse gezondheidszorg. Dr Croonenborghs is lid van de orde van geneesheren in Alicante en EuroClínica La Mar is geregistreerd door de Generalitat van Valencia.
Dr. Croonenborghs
Presentatie
Het spreekuur in EuroClínica La Mar wordt verzorgd door Dr. An Croonenborghs. Zij behaalde haar master na master titel in de huisartsengeneeskunde in Leuven in 2008. Tijdens haar studies deed zij een deel van haar stage in het universitair ziekenhuis van Murcia en vanaf dat moment werd Spanje haar tweede thuis.
Onze Diensten
Steeds voor U klaar
• Bij ziekte of ongeval
• Raad voor al uw gezondheidsproblemen
• Vaccinaties
• Voorschriften voor medicatie
• Kleine heelkunde
• Reisgeneeskunde
• Gynaecologisch- en borstonderzoek
• Opvolging van uw zwangerschap
• Bloed- en urineonderzoek
Wat bedoelen we met een hittegolf?
Een hittegolf is een periode die gekenmerkt wordt door intense temperaturen, vaak met een hoog luchtvochtigheidsgehalte, over een bepaalde geografische regio en voor opeenvolgende dagen.
Voor wie is een hittegolf gevaarlijk?
• Kinderen onder de 5 jaar
• Mensen boven de 65 jaar
• Obese mensen
• Mensen die fysische activiteiten uitvoeren in de warmte of die blootgesteld zijn aan extreme warmtebronnen
• Zieken en mensen die bepaalde medicatie nemen
Wat moeten we doen op heel warme dagen?
• Drink veel, zeker wanneer u fysische activiteit uitvoert. Hou in het achterhoofd dat alcoholische dranken en cafeïne houdende dranken het verlies van vloeistof in het lichaam verhoogt, deze dranken zijn dan ook niet aan te raden. Tevens af te raden zijn extreem koude drankjes en dranken met een hoog suikergehalte.
• Voorzie uw lichaam van mineralen en zouten, door dranken die het zout vervangen dat via zweten verloren is gegaan. Sportdrankjes zijn ideaal hiervoor. Hou er rekening mee dat indien uw zoutopname door uw arts beperkt is, u best eerst advies vraagt aan uw arts vooraleer u deze drankjes en zouter eten verbruikt.
• Eet kleine hoeveelheden, maar meedere keren per dag, bij voorkeur veel groenten en fruit en verminder voedsel met een hoog proteïnegehalte zoals vlees.
• Draag aangepaste kledij. Het beste is dunne, los zittende kledij die zoveel mogelijk van het lichaam bedekt en die licht is in kleur.
• Bescherm uw huid tegen de zon. Vermijdt zonneexpositie tijdens de uren met de hoogste UV index en gebruik steeds factor 15 of meer bij zonnecréme. Zonnecréme dient 30 minuten voor het in de zon gaan worden aangebracht. Bescherm tevens uw hoofd tegen de zon.
• Vermijd onnodige fyscische activiteit, tijdens de hete dagen. Start bewegen geleidelijk en bouw stilaan op. Als u zich moe voelt, duizelig wordt, stop dan onmiddellijk met wat u aan het doen bent en rust uit in een frissere plaats in de schaduw
• Gebruik de airconditioning als deze beschikbaar is, zonder de omgevingstemperatuur sterk te verminderen
• Plan uw dagelijkse activiteiten 's morgens of 's avonds wanneer de temperaturen niet op hun hoogst zijn
• Hou een oogje in het zeil bij kinderen en ouderen. Bij mensen boven de 65 gaat het vermogen op om temperatuurschommelingen te reageren achteruit en hun gevoel van dorst verandert. Zorg ervoor dat ze voldoende drinken.
• Laat nooit kinderen, ouderen of huisdieren achter in een geparkeerde auto tijdens een periode van intense hitte. Hou er rekening mee dat zon en schaduwplaatsen snel kunnen veranderen.
Welke problemen kunnen voorkomen in een hittegolf en hoe ermee om te gaan?
Wanneer het lichaam zijn eigen temperatuur niet meer kan regelen owv de hitte zal onze lichaamstemperatuur snel gaan stijgen. Dit wordt ook wel hitteberoerte genoemd.
De symptomen zijn:
• Hoge lichaamstemperatuur
• Rode, warme en droge huid
• Sterke, snelle polsslag
• Kloppende hoofdpijn
• Duizeligheid, misselijkheid, verstrooidheid
• Bewustzijnsverlies is mogelijk
Behandeling:
• Probeer zo snel mogelijk medische hulp te zoeken
• Verminder de lichaamstemperatuur door de persoon te verplaatsen naar een koelere omgeving, af te koelen met vochtige doeken of onder de douche te plaatsen
• Als de persoon bewusteloos is en braakt, draai dan het hoofd naar één kant en hou hun ademhaling vrij
Hitte uitputting
De symptomen zijn:
• Koele, vochtige huid
• Snelle, zwakke pols
• Snelle oppervlakkige ademhaling
Zonder behandeling kan een hartaanval optreden, voornamelijk bij personen die reeds een voorafbestaande hartkwaal hebben.
Behandeling:
• De behandeling is identiek aan die van een hitteberoerte. Personen met warmte uitputting zijn meestal in staat te drinken
Een ander frequent probleem is een hittekramp. Deze wordt behandeld door rust en het drinken van verdunde fruitsappen of sportdrankjes.
Hou er rekening mee dat bovenstaande adviezen zeer algemeen zijn; de specifieke aanbevelingen voor elke persoon kan u verkrijgen bij uw arts.
(Informatie verschaft door de Generalitat Valenciana)
Wat is een blaasontsteking?
De blaas is de opslagplaats voor urine en zit onder in de buik. Via de urinebuis kan de urine naar buiten. Bij een blaasontsteking is de wand aan de binnenkant van de blaas ontstoken. Soms is ook de urinebuis ontstoken.
Een blaasontsteking geeft meestal pijn bij het plassen. Het kan zijn dat u vaak naar het toilet moet en dan telkens een klein beetje plast. Sommige mensen hebben aldoor het gevoel dat ze moeten plassen. Een blaasontsteking kan een drukkend of pijnlijk gevoel in uw onderbuik of in uw rug veroorzaken. De urine ruikt soms onaangenaam of is troebel. Soms zit er bloed in de urine.
Bij kleine kinderen zijn huilen of koorts soms de enige verschijnselen van een blaasontsteking.
Waardoor komt het?
Een blaasontsteking ontstaat meestal door bacteriën. Vrouwen hebben vaker blaasontsteking dan mannen, omdat vrouwen een kortere urinebuis hebben. Daardoor kunnen bacteriën van buitenaf bij vrouwen gemakkelijker de blaas binnendringen. Mensen die hun blaas niet goed kunnen leegplassen, bijvoorbeeld mannen met een vergrote prostaat of vrouwen met een verzakking, hebben meer kans op een ontsteking. Bij hen blijft er telkens een beetje urine in de blaas achter, waarin bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen. Het is niet waarschijnlijk dat u van kou of tocht een blaasontsteking kunt krijgen.
Kan het kwaad?
Een blaasontsteking is een vervelende en pijnlijke kwaal. Over het algemeen is een blaasontsteking goed te behandelen. Bij kinderen kan de ontsteking veroorzaakt worden door een afwijking van de urinewegen. Bij mannen gaat een blaasontsteking vaak samen met een ontsteking van de prostaat.
Wat kunt u er zelf aan doen?
• Om een blaasontsteking te voorkomen, is het belangrijk voldoende te drinken. Probeer twee liter per dag te drinken.
• Door regelmatig te plassen, spoelt u bacteriën naar buiten. Plas uw blaas altijd goed leeg.
• Bij sommige vrouwen komt een blaasontsteking minder snel terug als ze plassen na het vrijen.
• Het drinken van cranberrysap kan soms helpen om een blaasontsteking te voorkomen.
Wanneer naar de huisarts?
Mannen met klachten die op een blaasontsteking wijzen, moeten altijd contact met de huisarts opnemen.
Vrouwen die denken een blaasontsteking te hebben, hoeven niet altijd naar de huisarts. Zij kunnen contact opnemen als de klachten te hinderlijk zijn of langer dan een week duren. Vrouwen moeten met klachten van een blaasontsteking wél naar de huisarts, als ze zwanger zijn of als ze koorts krijgen of pijn in hun zij of als ze denken een seksueel overdraagbare aandoening te kunnen hebben. Als er andere verschijnselen zijn waarover u zich zorgen maakt, overleg dan met uw huisarts.
Kinderen met koorts zonder duidelijk oorzaak, kunnen een blaasontsteking hebben en moeten naar de huisarts.
Wanneer u met de genoemde klachten naar de huisarts gaat, moet u urine meenemen. Voor het opvangen van urine zijn geen speciale maatregelen nodig. Gebruik bij voorkeur de ochtendurine. Vang de urine op in een schoon potje en sluit dit goed af. Bij kleine kinderen kunt u afplakzakjes gebruiken om de urine op te vangen. Deze koopt u bij de apotheek.
De urine moet bij voorkeur binnen twee uur na het plassen worden onderzocht. Als het u niet lukt de urine op tijd te brengen, bewaar het dan in de koelkast. In de koelkast blijft de urine 24 uur geschikt voor onderzoek.
Hou er rekening mee dat bovenstaande adviezen zeer algemeen zijn; de specifieke aanbevelingen voor elke persoon kan u verkrijgen bij uw arts.
(Informatie verschaft door de Nederlands Huisartsengenootschap)
Zon en huid
De zon zendt drie verschillende soorten straling uit. Infrarood is onzichtbare straling die warmte geeft. Zichtbaar licht is het soort licht dat voor onze ogen de wereld om ons heen zichtbaar maakt. En ultraviolet is onzichtbare straling, net als infrarood.
Ultraviolette straling
Ultraviolette straling (UV-straling) wordt op zijn beurt weer ingedeeld in 3 soorten: UV-A, UV-B en UV-C. Normaal gesproken houdt de dampkring om de aarde het grootste deel van de UV-straling tegen. Vooral de ozonlaag speelt hierin een belangrijke rol. De dampkring werkt dus als een UV-schild en dat is maar goed ook, aangezien UV-straling de huid ernstig kan beschadigen.
• UV-C is de krachtigste vorm van UV-straling, maar die bereikt het aardoppervlak niet.
• UV-B wordt grotendeels door de dampkring tegengehouden, maar bij een wolkenloze hemel dringt er toch nog vrij veel door tot aan het aardoppervlak. UV-B is de belangrijkste veroorzaker van zonnebrand en huidkanker.
• UV-A dringt vrij makkelijk door tot het aardoppervlak en is de minst schadelijke van de drie UV-soorten. Toch kan ook UV-A in hogere dosis leiden tot zonnebrand en huidkanker.
Toch heeft UV-straling goede kanten. Zo is het essentieel voor de aanmaak van Vitamine D in ons lichaam. Een tekort hieraan veroorzaakt bij kinderen ontwikkelingsstoornissen van de beenderen. Tijdens de industriële revolutie in Europa werkten veel kinderen in fabrieken en kwamen slechts zeer weinig in de zon. Het gevolg was dat de botten zich niet goed ontwikkelden. Omdat dit verschijnsel vooral in Engeland werd gezien (weinig zon en vroege industriële ontwikkeling) werd het de Engelse Ziekte genoemd. De medische term hiervoor is rachitis. Bij een normale blootstelling aan de zon is er ruim voldoende aanmaak van Vitamine D. Er zijn nochtans gevallen van Vitamine D-gebrek beschreven bij vrouwen die heel veel binnen zitten en buiten alleen gesluierd of in een burka lopen.
UV-straling heeft, mits goed gedoseerd, ook een ontstekingsremmende werking op de huid. Bij eczeem en psoriasis kan door de dermatoloog zelfs UV-lichttherapie worden gebruikt.
Hoe teveel UV de huid beschadigt
UV kan schade aanrichten doordat de energie van de UV-straling door het DNA van de huid wordt opgenomen. DNA is het erfelijk materiaal, dat o.a. de celgroei en celdeling regelt. Door de absorptie van stralingsenergie kan dat DNA-eiwit veranderen.
• Als er een kleine verandering in de DNA-structuur ontstaat kan deze fout weer worden gerepareerd door speciale andere eiwitten van de cel.
• Bij uitgebreide schade van het DNA zal de huidcel uiteindelijk afsterven.
• Als het DNA nochtans een beschadiging oploopt die niet door de cel wordt opgemerkt of verkeerd wordt gerepareerd, kan de verandering aan het DNA blijvend zijn. In sommige gevallen kan de beschadiging zodanig zijn dat de cel zich ongeremd en ongecontroleerd gaat delen. Dat is huidkanker of melanoma. Die herkent de dokter aan de asymmetrie van de huidvlek, de onregelmatige rand ervan, de kleurverschillen en de grootte (breder dan een potloodgommetje).
• UV-straling breekt ook de elastinevezels af. Elastinevezels geven de huid soepelheid en veerkracht. Afbraak ervan is vergelijkbaar met wat er met een gewoon elastiekje gebeurt dat in de zon ligt: binnen enkele dagen is het elastine kapot en verkruimelt het elastiekje. Weliswaar wordt er in de huid steeds nieuwe elastine aangemaakt om de afgebroken elastine te vervangen, maar dit aanmaakproces neemt af bij het ouder worden. Als de afbraak groter is dan de aanmaak wordt de huid slap en ontstaan er rimpels. Dit noemt men photoageing.
• UV-straling kan ook vlekkerige pigmentafwijkingen van de huid veroorzaken.
Bruinen
De huid probeert zichzelf ook te beschermen tegen de UV-straling. Dat doet ze door het aanmaken van pigment dat in de cellen van de opperhuid wordt gelegd. Zo ontstaat een parasol van pigment (melanine) die de cellen in de basis van de opperhuid afschermt tegen de UV-straling. Dat bruinen vermindert de kans op het ontstaan van schade aan het DNA. Mensen die moeilijk pigment aanmaken - zeer blonde mensen of mensen met rood haar - zijn dus nauwelijks in staat die beschermende pigmentparaplu te vormen en hebben dus een veel groter risico op het krijgen van huidkanker dan mensen die wel makkelijk bruin worden, of die van nature al een donkere huid hebben.
De hoeveelheid UV-straling in zonlicht hangt af van:
• het jaargetijde: in de zomer is de hoeveelheid zonlicht veel groter dan in de winter. Dit heeft te maken met de baan van de aarde om de zon.
• het tijdstip van de dag: midden op de dag staat de zon loodrecht boven het aardoppervlak en hoeven zonnestralen maar een relatief korte afstand door de dampkring af te leggen. De hoeveelheid UV-straling is dan het grootst.
• de breedtegraad: hoe dichter bij de evenaar, hoe meer UV-straling.
• de hoogte: hoog in de bergen is er minder UV uit het licht gefilterd dan op zeeniveau.
• de weerkaatsing: als UV wordt weerkaatst door sneeuw, water of zand is er veel meer UV. De straling komt dan immers uit verschillende richtingen.
• extra filters: bij zware bewolking dringt er maar weinig UV door naar het aardoppervlak.
Bescherming
Vanwege het risico op huidverbranding, huidkanker en vervroegde veroudering van de huid is het beter om de huid niet té veel bloot te stellen aan UV-straling. Als je toch lang in de zon blijft is een T-shirt, een pet of een hoed een goed idee. Het nadeel van een pet is dat deze maar aan één kant schaduw geeft, of het gezicht of de nek. Hoe breder de rand van de hoed, hoe meer schaduw er over het gezicht valt en hoe beter dus de bescherming. Bij mensen met een (deels) kalend hoofd of met erg kort haar is het dragen van een hoed of een pet echt een aanrader.
De zonkracht is rond het middaguur altijd het sterkst. Probeer daarom op die momenten uit de zon te blijven. In Noord Europa is dat in de zomers tussen 12 en 15 uur. In (sub-)tropische gebieden is die periode vaak heel wat langer. Bedenk dat er door de weerkaatsing van (onzichtbare) UV-straling - door bijvoorbeeld zand of water - ook UV kan doordringen in de schaduw onder parasols of bomen. Gebruik bij zonnig weer dan ook altijd een zonnebrandcrème, zelfs als je in de schaduw zit.
Ook de ogen kunnen door UV-straling worden beschadigd. Draag daarom een zonnebril met een goede UV-filter. Goedkope spullen zonder degelijke UV-filter zijn schadelijker dan helemaal geen zonnebril. Die zetten de ogen alleen maar in het donker, waardoor de irissen wijdopen gaan staan. De ogen krijgen zo veel te veel UV-straling binnen.
Zonnebrandcrème is een efficiënte manier om de huid te beschermen tegen UV-straling. Elke zonnebrandcrème geeft een bepaalde graad van bescherming, de Sun Protection Factor (SPF). Kijk eens op de doos. Die SPF, beschermingsfactor of kortweg factor, geeft aan welke mate van bescherming de zonnebrandcrème geeft. Een voorbeeld: iemand met huidtype 2 verbrandt in de middagzon na ongeveer 20 minuten. Wanneer je een zonnebrandcrème gebruikt met een SPF van 12 treedt de zonverbranding pas op na 12 x 20 minuten, dus na 4 uur. Je zal met deze zonnebrandcrème dus na 4 uur verbranden, ook al heb je je goed ingesmeerd.
Je moet de beschermingsfactor van je zonnebrandcrème dus met zorg kiezen. Wanneer je een optimale bescherming wil en verder niets, is een crème met een zeer hoge SPF de beste keus.
Is het nochtans de bedoeling om op een zo veilig mogelijke manier te bruinen, dan moet je een crème met een lagere factor kiezen. Als je maar kort in de zon wil zitten kan een relatief lage SPF volstaan. Bij langer zonnekloppen ga je weer voor een crème met een hogere SPF.
Deze tabel geeft een idee welke crème voor welke huid het meest geschikt is:
Huidtype 1: zeer licht huidtype, verbrandt snel, bruint nooit: factor 30
Huidtype 2: licht huidtype, verbrandt vrij snel, bruint langzaam factor 15-20
Huidtype 3: vrij licht huidtype, verbrandt niet snel, wordt makkelijk bruin factor 10-15
Huidtype 4: iets getint huidtype, verbrandt (vrijwel) nooit, bruint snel factor 5-10
Jongeren tot 16 jaar, ongeacht het huidtype factor 30
Om de bescherming te krijgen die de zonnebrandcrème belooft moet je de crème vrij dik op de huid aanbrengen. Zuinig smeren geeft een veel lagere protectiefactor dan op de verpakking staat. Precieze richtlijnen over hoeveel crème er nodig is zijn niet te geven, maar een 'hand vol' voor elke insmeerbeurt van het hele lichaam is niet overdreven.
De kwaliteit van zonnebrandcrèmes is de laatste jaren sterk verbeterd. Toch slijt de laag zonnebrandcrème in een aantal uur. Dat wordt versneld door kleren te dragen, in het zand te liggen en door te zwemmen. De waterproof crèmes blijven weliswaar beter op de huid zitten na watercontact, maar toch blijft het zaak om de huid regelmatig opnieuw in te smeren. Omdat zonnebrandcrème vaak pas na ongeveer 30 minuten optimaal werkt is het een goed idee om de crème tijdig aan te brengen.
Huisstofmijtallergie
Huisstof kan allergische reacties uitlokken. De huismijt is als een microscopisch klein spinnetje dat ongeveer 0,3 mm groot is. Men vindt er tienduizenden in sommige soorten van beddengoedstof.
Er bestaan verschillende soorten mijten. Slechts enkele veroorzaken allergische aandoeningen bij de mens. De meest bekende zijn de Dermatophagoïdes pteronyssinus en - farina. Deze zijn met het blote oog onzichtbaar.
De huismijt vermenigvuldigt zich in warme, vochtige plaatsen in huis, met name in matrassen en hoofdkussens. Koude en droge warmte zijn nefast voor de mijten. Andere vijanden zijn tocht en een goede ventilatie. Het is dus beter dat de lokalen regelmatig gelucht en geschrobd worden in plaats van geborsteld (stofwolken vermijden).
Ongeveer 10% van de Belgische bevolking heeft last van de huisstofmijt en 50% van de allergische personen is er gevoelig voor. Deze verhouding neemt toe tot 75% bij de patiënten met allergisch astma. De klachten kunnen reeds optreden voor de leeftijd van één jaar.
Allergie voor mijten manifesteert zich op verschillende manieren: neusjeuk, oogprikkeling, herhaaldelijke oorontsteking, keelontsteking en hoest.
Bovendien kan de huisstofmijt atopisch eczeem (een huidaandoening) verergeren.
De allergische fenomenen komen frequenter voor bij kinderen en jongeren.
Een mijtenleven
Huisstofmijten zitten het hele jaar door in onze woning. Ze horen immers bij het ecologisch systeem van iedere woonruimte. Hun aantal heeft niets te maken met de hygiëne van de bewoners.
Het zijn niet de mijten zelf die allergische reacties uitlokken, maar hun uitwerpselen. De huisstofmijt wordt slechts enkele maanden oud, maar tijdens die periode produceert zij tot 200 maal haar eigen gewicht in uitwerpselen.
De huisstofmijt voedt zich hoofdzakelijk met huidschilfers die ze vooral in de slaapkamer vindt, waar de mens ongeveer 1 gram huidschilfers per dag verliest.
De uitwerpselen zien eruit als kleine ronde keuteltjes. Deze partikels zijn te groot om door te dringen tot in de kleine takjes van de longen.
Maar als de uitwerpselen uiteenvallen, zijn ze zo klein dat ze kunnen doordringen tot in de longblaasjes waar ze een astma-aanval kunnen uitlokken.
Hoewel huisstofmijtallergie het hele jaar door voorkomt, zien we toch dat er in de herfst, (het jaargetijde dat meestal vochtig is) en op plaatsen waar mensen veel binnenshuis leven, meer allergieproblemen zijn.
Ons huis biedt hen bovendien optimale leefomstandigheden: een temperatuur tussen 17 en 25 C en ongeveer 75% vochtigheid. Omdat ze plotse veranderingen van temperatuur, vochtigheid en licht schuwen, verschuilen ze zich in stoffen (bed, lakens, matras, ... ) zodat er een bufferzone wordt gevormd tussen hun schuilplaats en de buitenwereld.
Men vindt ze terug in beddengoed, meubelstof, tapijten, kussens, gordijnen, pluche speelgoed en in dierenmanden. Men treft ze vooral aan in kamers met centrale verwarming en dubbele beglazing en overal waar er te weinig luchtverversing is.
Omdat men in zo een omgeving meer risico loopt om een allergie te ontwikkelen of te onderhouden is het een goed idee om zoveel mogelijk preventieve maatregelen te nemen, om de vermenigvuldiging van mijten te beperken.
Preventie
Om de huisstofmijt zoveel mogelijk te weren is het nodig om onze woon, slaap- en reinigingsgewoonten te veranderen. Elke allergische persoon heeft nood aan een kamer die even onderhoudsvriendelijk is als een hospitaalkamer.
• Zorg voor een maximale verlichting in huis en meer bepaald in de slaapkamer (dehuisstofmijt houdt niet van licht).
• Beperk het meubilair er tot een minimum.
• Vast tapijt door vinyl of parket vervangen. Liefst vloerbedekking plaatsen die afwasbaar is met warm water.
• Detergenten en koud water verdelgen de huisstofmijt niet (bevochtigers zijn uit den boze).
• Synthetisch beddengoed gebruiken (matras, oorkussen, deken, overtrek, sprei).
• Liefst een synthetisch matras met daarover een speciale hoes, die wel lucht en vocht doorlaat maar de huisstofmijt tegenhoudt.
• Gedroogde bloemen, opgevuld speelgoed en zware overgordijnen zoveel mogelijk weren.
• Al bij al liefst synthetische producten gebruiken in de slaapkamer.
• Het beddengoed (dekens, oorkussen, overtrekken en nachtkledij) moet wekelijks worden vervangen en gewassen op 60 C.
• Het bed een ganse dag laten openliggen en koude lucht in de slaapkamer binnenlaten.
• Zo weinig mogelijk verwarming gebruiken (geen temperaturen van 22 C in de slaapkamer).
• Geregeld verluchten en de hele dag zorgen voor een droge omgevingslucht, zeker in geval van dubbele beglazing. Want in dit geval blijft de binnenzijde van de ruit warm, waardoor de condensatie veeleer gaat neerslaan op het textiel van de kamer en waardoor de vochtigheidsgraad van de kamer toeneemt,
• Vermijd de aanwezigheid van dieren (rechtstreeks) of het meedragen van haren op de kledij (onrechtstreeks), omdat de dierlijke huid een ideale voedingsbodem voor mijten vormt. Wissel niet van kledij in de slaapkamer maar in de badkamer
• Maak de slaapkamer geregeld schoon met water. Stofzuig iedere week beide zijden van de matras, in afwezigheid van de allergische persoon. Schud het beddengoed buiten uit. Het zijn immers de uitwerpselen van de huisstofmijt die verantwoordelijk zijn voor de overgevoeligheid van een allergisch persoon.
• Laat uw huis op dezelfde wijze onderhouden tijdens lange afwezigheid, om te verhinderen dat de mijten zich intussen welig kunnen vermenigvuldigen.
• Gelijkaardige maatregelen worden aanbevolen voor de andere woonruimten.
• In 15 jaar tijd is de huisstofmijtallergie verdubbeld. Dit is waarschijnlijk te wijten aan een beter wooncomfort, isolatie, airconditioning en dubbele beglazing.
• Mijten zijn ook aanwezig in leslokalen. Tapijten en pelsdieren (hamsters, guinese biggetjes, konijnen) horen hier niet thuis.
• Krijtstof kan de symptomen van luchtwegenallergie verergeren. Dus beter het bord met water afwassen.
Hou er rekening mee dat bovenstaande adviezen zeer algemeen zijn; de specifieke aanbevelingen voor elke persoon kan u verkrijgen bij uw arts.
Gebruiksvoorwaarden
Dienstverlener:
Dr. An Croonenborghs
C/La Mar 121
03590 Altea
Spanje
Titel en beroepsvereniging:
Algemeen geneeskundige
Promotie KU Leuven 2006
Lid van de orde van geneesheren in Alicante
Nummer COMA 03.03.10.499
BTW-Nummer: ES-X-7076501-E
Uitsluiting aansprakelijkheid
De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Onjuistheden en onvolledigheden zijn echter niet altijd uit te sluiten en u dient dan ook niet zonder meer uit te gaan van de juistheid en volledigheid van de informatie op deze website. De sitehouder, noch de uitgever kan enige aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade ten gevolge van het gebruik van de informatie op deze site, of het zonder deskundig advies zelfstandig wijzigen of beëindigen van de bij u ingezette behandeling.
De geboden informatie kan niet worden beschouwd als vervanging van een consult of een behandeling bij een rijksgediplomeerd behandelaar (zoals een huisarts, tandarts of psycholoog), maar is slechts een bron van algemene informatie. Raadpleeg bij lichamelijke klachten altijd eerst een (huis)arts, of bij gebitsproblemen een tandarts. Bij psychische problemen kan uw huisarts u doorverwijzen naar een bevoegde therapeut.
De informatie verstrekt op deze website mag niet gekopieerd of verspreid worden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en/of de sitehouder.
Persoonlijke gegevens
Uw privacy is belangrijk voor Dr. An Croonenborghs. Deze privacy verklaring geeft informatie over de persoonlijke gegevens die vergaard worden door Dr. An Croonenborghs en op welke manier uw persoonlijke informatie verder gebruikt wordt door Dr. An Croonenborghs.
Wij informeren u dat volgens de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens uw persoonlijke data opgeslagen kan worden in digitale en non - digitale archieven, die eigendom zijn en onder de verantwoordelijkheid vallen van Dr. An Croonenborghs met identificatienummer ES-X7076501E.
De verantwoordelijke voor het verwerken van uw persoonlijke gegevens:
Uw persoonlijke informatie zal verwerkt en opgeslagen worden door Dr. An Croonenborghs met identificatienummer ES-X7076501E, Calle La Mar 121, 03590 Altea (Spanje).
Doel van het verwerken van uw persoonsgegevens:
Wij verwerken uw persoonsgegevens voor het verlenen van medische diensten, en zodat wij u kunnen contacteren met betrekking tot onze dienstverlening. Uw persoonlijke data worden permanent opgeslagen, totdat u een definitieve eliminatie vraagt van uw gegevens uit ons bestand.
Rechtsgrondslag voor het verwerken van uw persoonsgegevens:
Dienstverlening. Zonder uw persoonlijke gegevens, kunnen wij geen medische diensten verlenen, daarom is het verplicht dat u uw persoonsgegevens met ons deelt.
Ontvangers van uw persoonsgegevens:
Uw persoonlijke data wordt strikt confidentieel behandeld en nooit gedeeld met derden, tenzij er een wettelijke verplichting of een medische behoefte zoals bijvoorbeeld een doorzending naar een ziekenhuis bestaat.
Uw rechten:
U heeft het recht informatie, toegang, rectificatie en eliminatie te vragen van uw persoonsgegevens, evenals bezwaar aantekenen tegen de verwerking van uw persoonsgegevens, beschreven in de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016, door ons te contacteren:
Dr. An Croonenborghs
Ref. Datos
Calle La Mar 121
03590 Altea, España
Bronnen om uw persoonsgegevens te verkrijgen:
Wij verwerken de persoonsgegevens die u ons toevertrouwd, en die uitgebreid kunnen worden door publieke bronnen zoals telefoonboeken of het internet. Wij verwerken data van de volgende categorieën: identificatie en contactgegevens, zoals uw naam, adres, telefoonnummer, email adres. Identificatie nummers, zoals uw NIF/NIE en gebortedatum voor een eenduidig indentificatie van onze patienten. Wij verwerken speciaal beschermde gegevens zoals uw medische gegevens.
Copyright
© Inhoud & grafische voorstellingen EuroClínica La Mar 2010-2021
© Code www.alltemplateneeds.com
© EuroClínica La Mar Logo Lack O'Keen / fotolia.com
© EuroClínica La Mar Aanbiedingsfiguren Ioannis Kounadeas / fotolia.com